Gedragsregels trainers en overige vrijwilligers
Onze vereniging hanteert het beleid van de schaakbond over gedragsregels van trainers en vrijwilligers. Daarnaast heeft het een concrete invulling gedaan op basis van de handreiking vanuit het NOC-NSF
1) Iedereen is welkom en mag zichzelf zijn. Trainers en vrijwilligers hebben de taak om in hun activiteiten voor de vereniging zich hier optimaal voor in te zetten.
2) Leren schaken doet iedereen in zijn eigen tempo. Trainers en vrijwilligers hebben de taak om dit uit te dragen, te bevorderen en signalen die hier tegen in gaan te nuanceren.
3) Er zijn beperkte regels, maar die gelden voor iedereen. Trainers en vrijwilligers hebben de taak om in hun activiteiten voor de vereniging deze regels zonder vooringenomenheid te handhaven.
4) Plagerij wordt door trainers en vrijwilligers tijdig benoemd en besproken. Dit om escalatie naar pesterij te voorkomen. De consequentie van ongewenste plagerij wordt hierbij ook duidelijk gemaakt.
5) Klachten (ook buiten de vereniging om) worden altijd serieus genomen. Is het onmogelijk om actie te ondernemen tegen de veroorzaker van de klacht, dan wordt er alsnog gezorgd dat de klacht voor de melder afdoende wordt opgelost. Trainers en vrijwilligers melden klachten bij de intern contactpersoon.
6) Komt een klacht later (via ouders) binnen, dan zal ook dan de klacht serieus in behandeling worden genomen. Indien de oorzaak niet kan worden weggenomen, dan zal er alsnog gezocht worden naar een afdoende maatregel om de klacht weg te nemen. Trainers en vrijwilligers melden klachten bij de interne contactpersoon.
7) Binnen de vereniging zijn teamgevoel ook voor een individuele sport als schaken hoog in het vaandel. Trainers en vrijwilligers hebben de taak om dit in de lessen mee te nemen in de leervormen en hier concreet aandacht aan te besteden. Vormen van uitsluiting worden gesignaleerd en aan de interne contactpersoon doorgegeven.
8) Sportiviteit is een groot goed. Van verliezen leer je en daar mag je de tegenstander voor bedanken. Trainers en vrijwilligers hebben dan ook de taak het nabespreken van partijen met de tegenstander (en de trainer) te bevorderen. Dit geldt zeker ook voor partijen van externe toernooien. Sportiviteit wordt hiermee aangemoedigd . Onsportiviteit wordt gesignaleerd.
